Een pensioenovereenkomst tussen werknemer en werkgever komt tot stand net als iedere andere overeenkomst: door aanbod van de overeenkomst door de werkgever en aanvaarding hiervan door de werknemer. In de praktijk komt het geregeld voor dat een werknemer niet deel wil nemen aan een (collectieve) pensioenregeling. De wet biedt hiertoe geen directe mogelijkheden, maar de mogelijkheid bestaat wel degelijk voor de werknemer om ‘afstand’ te doen van een pensioenovereenkomst/ -regeling.
‘Afstand’ doen
Wanneer een werknemer niet wil deelnemen aan een pensioenregeling, dient de werknemer schriftelijk te verklaren het aanbod van de werkgever (met daarin ouderdoms-, partner- en/of wezenpensioen) niet te aanvaarden door middel van een zogenaamde afstandsverklaring.
De rol van de partner
In een zaak bij de Kantonrechter te Apeldoorn had de werknemer een afstandsverklaring getekend, maar zijn partner had niet meegetekend. Het pensioenreglement stelde daarentegen als eis dat de partner moest meetekenen bij het al dan niet aanvaarden van een pensioenregeling. Hierdoor was de afstandsverklaring ongeldig en had de partner alsnog recht op partnerpensioen.
Tip
Wij raden u aan bij de afstandsverklaring de partner ‘standaard’ mee te laten tekenen. Om discussies over vervalste handtekeningen te voorkomen, is het ook aan te raden een kopie van het identiteitsbewijs van de werknemer en de partner onderdeel te laten zijn van de afstandsverklaring.
Kortom: afstand doen van een pensioenregeling is mogelijk, maar houd rekening met de partner!
Hebt u vragen over de afstandsverklaring en/of het pensioenrecht? Neemt u dan contact op met onze arbeidsrechtsectie via arbeidsrecht@vangelderadvocaten.nl of telefonisch via 088 88 40 840.