Sinds de Wwz is het uitgangspunt dat een werkgever aan zijn werknemer die ten minste 24 maanden in dienst is geweest, bij einde dienstverband een transitievergoeding verschuldigd is, mits het dienstverband (kort gezegd) op initiatief van de werkgever eindigt. Hierop zijn enkele uitzonderingen, waaronder de situatie dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
Wanneer ernstig verwijtbaar handelen?
De regering heeft enkele voorbeelden van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer genoemd. Daarvan kan sprake zijn als “de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, verduistering, bedrog of andere misdrijven, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt”. In 2016 oordeelde het gerechtshof Den Bosch dat een werknemer die werkzaam was bij een farmaceutisch bedrijf en in privé-tijd handelde in illegale verdovende middelen, geen recht had op een transitievergoeding omdat de werknemer hiermee het vertrouwen van de werkgever onwaardig is geworden. Dat het echter niet altijd om een misdrijf behoeft te gaan, blijkt uit onderstaande casus!
Casus
In september 2018 oordeelde de kantonrechter Eindhoven dat geen transitievergoeding verschuldigd was, omdat de werkneemster ernstig verwijtbaar had gehandeld. De werkneemster – MT-lid van een kinderopvangorganisatie – had vertrouwelijke e-mailwisseling met de directeur over haar eigen functioneren tot twee keer toe naar het volledige MT doorgestuurd, zelfs nadat zij na de eerste keer op haar gedrag was aangesproken. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster hiermee het vertrouwen van de werkgever onwaardig was geworden, de positie van de directeur in het gedrang heeft gebracht en een onveilige cultuur heeft gecreëerd voor alle betrokkenen. Daarnaast oordeelde de kantonrechter dat de werkneemster ervoor koos opnieuw de fout in te gaan, nadat zij op dit gedrag was aangesproken en zelfs nadat haar een “uitweg” was geboden in de vorm van een beëindigingsvoorstel. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst op verzoek van werkgever ontbonden op grond van verwijtbaar handelen aan de zijde van de werkneemster (de ‘e-grond’) en oordeelde dat de werkneemster geen aanspraak kon maken op de transitievergoeding.
Een uitzondering op de uitzondering
Let op: op bovenstaande uitzondering geldt een uitzondering: de transitievergoeding kan toch worden toegekend als het niet toekennen ervan “naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is”. Deze uitvlucht is bedoeld voor zeer uitzonderlijke situaties en wordt daarom in de literatuur ook wel het ‘luizengaatje’ genoemd. In bovenvermelde zaak wordt hierop overigens niet ingegaan, mogelijk omdat de werkneemster hier geen beroep op heeft gedaan.
Tot slot
Vragen over het ontslagrecht of de transitievergoeding? Of heeft u andere vragen? Neem dan contact op met onze sectie arbeidsrecht via het e-mailadres arbeidsrecht@vangelderadvocaten.nl of telefonisch via 088- 88 40 840. Wij helpen u graag verder.