Het UBO-register versus privacy. Het Europese Hof doet uitspraak!

UBO-register

UBO-register

Op 27 september 2020 is in Nederland het UBO-register in werking getreden. In het register kunnen gegevens van de uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen of andere juridische entiteiten of constructies worden geraadpleegd. Maar is dit niet in strijd met het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens?

Wie staat er in het UBO-register en wat is het doel hiervan?

In het UBO-register is openbare en niet-openbare informatie opgenomen. De uitspraak heeft betrekking op de openbare gegevens, dit zijn: voor- en achternaam; geboortemaand en -jaar; nationaliteit; woonstaat en de aard en omvang van het economische belang van de UBO (bijvoorbeeld het aandelenpercentage).

Het doeleinde van het UBO-register is transparantie over de eigenaren van bedrijven. Maar hoe staat dit doeleinde in verhouding tot privacy rechten?

Uitspraak van het Europese Hof van Justitie.

Het Europese Hof oordeelde, in haar arrest van 22 november 2022, dat het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens ingeperkt worden door de publicatie van persoonsgegevens in het UBO-register. Kortgezegd geeft het Hof aan dat de inperking van deze grondrechten onvoldoende onderbouwd is. Er zijn dus, op dit moment, onvoldoende goede argumenten op basis waarvan de gegevens in het UBO-register gepubliceerd mogen worden.

Gevolgen voor het UBO-register in Nederland.

Het UBO-register is in Nederland tijdelijk niet meer te raadplegen naar aanleiding van deze uitspraak. Er zal overleg komen binnen de Europese Commissie om te bekijken welke informatie er wel via het UBO-register kan worden verstrekt.

Wordt vervolgd!