Drie spraakmakende uitspraken 2022

Spraakmakende uitspraken 2022

Dit jaar zijn er weer spraakmakende uitspraken gedaan in diverse rechtsgebieden, die wij graag met u delen! Lees hier de drie meest spraakmakende uitspraken op het gebied van privacy-, ondernemings- en arbeidsrecht:

  1. Heeft een werknemer het recht om na ontslag privégegevens te wissen van een zakelijke laptop? 

    Een ontslagen werknemer wilde de mogelijkheid krijgen om privégegevens te verwijderen van haar zakelijke laptop voordat zij deze moest inleveren bij de oud-werkgever. De werkgever wilde niet dat de werknemer de mogelijkheid zou krijgen om in te loggen in het bedrijfssysteem. De kantonrechter oordeelde dat (een andere werknemer van) werkgever de laptop mag schonen, maar wel in het bijzijn van de ontslagen werknemer. Het betreffen namelijk privégegevens die niet ter beschikking van de werkgever mogen komen, ook al was het niet toegestaan om deze op de zakelijke laptop op te slaan. (ECLI:NL:RBOVE:2022:2365)

    Tip: geef de werknemer bij de beëindiging van een dienstverband de gelegenheid om ofwel zelf privé gegevens van de laptop te verwijderen, ofwel om toezicht te houden op de verwijdering van de privégegevens.

  2. Ontslagen overspelige directeur moet 1000 euro schadevergoeding betalen wegens appen onder werktijd 

    Een directeur, die een geheime affaire aanknoopte met de vrouw van een ondergeschikte werknemer, mocht door werkgever op die grond worden ontslagen, volgens de rechter. De werkgever vorderde ook een schadevergoeding van de directeur, omdat hij tijdens werktijd 1261 appjes heeft gestuurd aan de vrouw in kwestie. Hoewel een werknemer tijdens werktijd enige tijd mag spenderen aan privé gerelateerde zaken, ging deze tijdsbesteding volgens de Kantonrechter (veel) te ver. De door de werkgever gevorderde drie minuten per appje vond de Kantonrechter ongeloofwaardig, maar de directeur diende wel € 1.000,- aan werkgever terug te betalen. (ECLI:NL:RBZWB:2022:6636)

    Tip:
    maak beleid over privézaken binnen werktijd en meld als sanctie dat er loon (terug)gevorderd kan worden.

  3. Opmaken vs. ondertekenen jaarrekening rechtspersoon

    Jaarrekeningen dienen na afloop van het boekjaar door het bestuur te worden opgemaakt. Hieraan zijn wettelijke termijnen verbonden. Het bestuur moet de jaarrekening, voordat deze wordt voorgelegd aan de algemene vergadering, ondertekenen. Langere tijd bestond er onduidelijkheid over de vraag of het ondertekenen van de jaarrekening deel uitmaakt van het opmaken van de jaarrekening. Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch boog zich over deze vraag en oordeelde in haar arrest van 13 september 2022 dat het ondertekenen van de jaarrekening een aparte rechtshandeling is, waar géén termijn aan gebonden is. Eindelijk verduidelijking vanuit de rechtspraak dus. In de situatie waar de bestuurder tevens enig aandeelhouder is, is de termijn voor het deponeren van de jaarrekening van 10 maanden plus 8 dagen dus niet meer heilig!  (ECLI:NL:GHSHE:2022:3141)

    Tip: houd hoe dan ook altijd goed in de gaten dat de jaarrekening tijdig wordt gedeponeerd bij de kamer van koophandel! Kort samengevat gelden de volgende termijnen bij het opmaken, vaststellen en deponeren van de jaarrekening:

    Opmaken Vaststellen Deponeren
    Bestuur niet enig aandeelhouder 5 maanden na afloop boekjaar, tenzij verlengingsbesluit van 5 maanden. Uiterlijke termijn 10 maanden na afloop boekjaar indien termijn verlengd. Binnen 2 maanden na ondertekening door bestuur, doch uiterlijk vóór 31 december. 8 dagen na vaststelling algemene vergadering. LET OP! Uiterlijk 31 december!
    Bestuur wel enig aandeelhouder 5 maanden na afloop boekjaar, tenzij verlengingsbesluit van 5 maanden. Uiterlijke termijn 10 maanden na afloop boekjaar indien termijn verlengd. Ondertekening bestuur is tevens vaststelling. Uiterlijk vóór 31 december. 8 dagen na vaststelling (= ondertekening). LET OP! Uiterlijk 31 december!